
Tadej Pogacar keerde deze lente terug naar de keien van Vlaanderen met een helder doel, en hij leverde op. De Paris-Roubaix, bepaald door steile beklimmingen en onvoorspelbaar weer, zag de Sloveen zijn aanval starten op de Oude Kwaremont, waarbij hij met zoveel kracht uitbrak dat niemand hem kon volgen. Hij reed solo naar de overwinning in Oudenaarde, zijn tweede overwinning in de Ronde van Vlaanderen, en herinnerde de fans eraan hoe goed hij zich aanpast aan zelfs de meest traditionele Vlaamse terreinen.
Zijn overwinning ging niet alleen om pure kracht—het was een meesterklas in wedstrijddoeltiming. Pogacar verspilde in het begin geen energie. Hij bleef geduldig, wachtte op het juiste moment en sloeg toe wanneer het er echt toe deed. Die berekende inspanning leverde hem een van de meest gerespecteerde trofeeën in de sport op.
Van der Poel verovert opnieuw de Helleklassieker
Slechts een week na zijn tweede plaats in Vlaanderen, stond Mathieu van der Poel aan de start van de Paris-Roubaix met onvoltooide zaken. De Nederlandse renner, die de koers al tweemaal op zijn naam schreef, zag er vanaf het begin scherp uit. Hij bleef dicht bij de kop over de beruchte keiensecties en ontwijkte de problemen waar velen struikelden.
Het keerpunt kwam op het Carrefour de l’Arbre. Van der Poel lanceerde een meedogenloze aanval en creëerde al snel een gap. Ondanks een late lekke band reed hij solo het Roubaix Velodroom binnen en stak als enige over de streeplijn, waarmee hij zijn derde Paris-Roubaix-titel veiligstelde. Geen enkele andere actieve renner heeft de koers de afgelopen jaren zo vaak gewonnen.
Zijn prestatie was een perfecte mix van doorzettingsvermogen en klasse—twee kwaliteiten die hem tot een favoriet maken aan beide zijden van de grens.
Een nieuw tijdperk gevormd door twee renners
De laatste zeven monumenten in het herencycling zijn allemaal gewonnen door ofwel Pogacar of Van der Poel. Dat niveau van dominantie is al jaren niet meer gezien. Wat hen onderscheidt, is hun vermogen om in verschillende koersen, op uiteenlopende ondergronden en onder wisselende omstandigheden te presteren.
Pogacar, de regerende Tour de France-kampioen en de meest bekroonde renner van de Giro d’Italia in recente tijden, brengt klimkracht, tactisch vernuft en het uithoudingsvermogen van een etappekoersrenner mee. Van der Poel daarentegen floreert in chaos—of het nu gaat om een eindsprint op de Via Roma in Sanremo of het meedogenloze keienwerk van Noord-Frankrijk.
Elke renner brengt iets unieks mee. Maar samen tillen ze de lat hoger, waardoor anderen gedwongen worden om op te trekken of achter te blijven.
Een rivaliteit die het beste naar boven haalt
Terwijl veel wielerrivaliteiten snel zijn opgebrand, blijft deze keer op keer verrassen. In Vlaanderen was Pogacar beter dan Van der Poel. In Roubaix wenste de Nederlander hem die gunst terug. De twee renners hebben dit jaar al meerdere keren samen op het podium gestaan, waarbij ze telkens van positie wisselden.
Deze gezonde rivaliteit is niet vijandig—het is respectvol. Maar het is ook intens. Geen van beide renners houdt ervan te verliezen, en elk duwt de ander tot nieuwe grenzen. Voor de fans, en zeker voor degenen in België en Nederland, maakt dit heen en weer de voorjaarsklassiekers nog elektrischer.
Gebouwd om legendes te worden
Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel blijven dit tijdperk in de wielersport definiëren met hun gedurfde aanpak en indrukwekkende overwinningen. Pogacar, bekend van etappekoersen, heeft bewezen dat hij ook eendaagse koersen met evenveel vertrouwen kan domineren. Van der Poel brengt snelheid, kracht en scherpe instincten die elke koers waarin hij meedoet onvoorspelbaar maken.
Ze delen nu elk acht monumentoverwinningen. Maar belangrijker dan de cijfers is hun houding die hen onderscheidt—agressief rijden, slimme beslissingen en een weigering om op safe te spelen. Hun rivaliteit brengt echte spanning in de sport. Iedere keer als ze starten, verwachten de fans iets uitzonderlijks.
Wat komt er hierna voor de twee sterren
Met de keienklassiekers achter de rug richten beide renners zich nu op de rest van het seizoen. Pogacar zal zich waarschijnlijk richten op het verdedigen van zijn gele trui in juli, terwijl Van der Poel misschien oog heeft op de Wereldkampioenschappen of verdere monumentoverwinningen.
Maar één is zeker: hun paden zullen elkaar weer kruisen. En wanneer dat gebeurt, of het nu op een steile Alpenpas is of weer op een stuk rammelend keienwerk, zullen de fans nauwlettend toekijken.
Voor nu behoort de wielersport toe aan Pogacar en Van der Poel. En de sport is er beter op geworden.